De coolste straat van de VS, zo wordt St. Marks Place, de ‘slagader van de East Village’, ook tegenwoordig nog genoemd. Al meer dan honderd jaar is dit het podium van de Amerikaanse tegencultuur. Van de anarchisten in de jaren 20 tot de punks in de eighties en nineties.
St. Marks Place in de East Village: nog altijd kleurrijk en multicultureel
De geest van de rebelse jaren waart hier nog steeds rond. Er zijn punkkroegen en tatoeageshops, clubs en hippiewinkels. Toch is de buurt in de laatste vijftien jaar heel erg veranderd. Het lot van St. Marks Place, tussen Astor Place en Tompkins Square, is symbolisch voor dat van de East Village. Voor subculturen is steeds minder plek, de wijk is duurder geworden, en chic. Dat voel je meteen wanneer je op Astor Place uit het metrostation komt lopen – het plein wordt gedomineerd door glimmende, exclusieve appartementencomplexen. Vanaf Astor Place loopt St. Mark’s Place naar het oosten. Voor een glimps van de sfeer van de oude East Village kun je een biertje drinken in de Grassroots Tavern.
Ook in het Theatre 80 St Marks aan de gelijknamige straat waait de geest van de wilde tijd van toen. Het huidige theater was in de jaren 20 een legendarische speakeasy en de bar is nog hetzelfde. In het Museum of the American Gangster op de bovenverdieping kom je alles te weten over de maffiageschiedenis van de East Village. Alphabet City tussen Houston en 14th Street, waar in de 19e eeuw voornamelijk Duitse immigranten woonden, behoort tegenwoordig tot de hipste buurten van de East Village. Avenues A, B, C, D zijn de enige straten in New York die ‘beletterd’ zijn.
Cultcafés en wonderlijke winkels
Hier vlakbij bevinden zich aan Second Avenue twee iconen van de lokale subcultuur. Op de hoek met 9th Street lonkt restaurant Veselka , oorspronkelijk een fastfoodrestaurant van Oekraïense immigranten die de wijk ooit domineerden. Veselka heeft sinds de jaren 70 een cultstatus en is nog altijd een populaire ontmoetingsplaats voor een bordje blini’s (een soort flensjes) of een kommetje borsjtsj (bietensoep).
Bakermat van de punk en de new wave
Een monument voor de Amerikaanse punk, die in deze buurt is ontstaan, was tot 2006 punkclub CBGB in Bowery Street. Hier traden artiesten als de Ramones, Patti Smith en Blondie voor het eerst op. Tegenwoordig zit hier een boetiek van het chique herenmodemerk John Varvatos , waar nog wel enkele aandenkens aan CBGB worden tentoongesteld. De boetiek is tevens een soort punkmuseum. Als je over Bowery Street verder zuidwaarts loopt, kruis je Houston Street, de grens met de Lower East Side. Deze van oudsher Joodse immigrantenwijk is in de afgelopen jaren de East Village achternagegaan en heeft zich snel ontwikkeld tot trendy uitgaanswijk voor een jong publiek.
Martin Scorsese en Robert De Niro groeiden hier op. Films als Once Upon a Time in America zijn een ode aan het stadsdeel. Van de traditionele Italiaanse immigrantenwijk Little Italy is tegenwoordig niet veel meer over dan een korte strook op Mulberry Street tussen Delancey Street en Canal Street ( C 9/10). De Italiaanse restaurants op Mulberry Street zijn, op het oude Caffè Roma na, weinig authentieke tourist traps.
Centrum van avantgardistische kunst
Even ten zuiden van Houston Street staat het New Museum of Contemporary Art . Het spectaculaire gebouw van het Japanse architectenbureau Sanaa, dat eruitziet als een roekeloos gestapelde verzameling dozen, is in 2010 onderscheiden met de zeer prestigueuze Pritzker Architecture Prize. In het kielzog van het New Museum hebben zich allerlei alternatieve galeries gevestigd in de Lower East Side, als tegenwicht voor de commerciëlere kunstscene in Chelsea. Deze liggen nogal verspreid, maar tijdens een zoektocht leer je de wijk aardig kennen.
Uitgaansleven van Lower East Side
Na het invallen van de duisternis verandert de Lower East Side in een bruisende uitgaanswijk voor een overwegend jong publiek. Waarschijnlijk is er nergens in New York zo’n grote concentratie van clubs met livemuziek; in de meeste gevallen gaat het om indierock. De populairste gelegenheden zijn Bowery Ballroom , Pianos , Mercury Lounge en Arlene’s Grocery . In de laatste begon onder andere de carrière van Lady Gaga. Het ten zuidoosten van Little Italy gelegen Chinatown ( C 10/11) kun je gerust beschouwen als de laatste homogene ommigrantenwijk van New York. Behalve de vele goede Chinese restaurants voeren ook de exotische straatmarken met hun bijzondere geuren en de onverstaanbare gesprekken je naar het Verre Oosten.
Sporen uit het verleden
Voor een inkijkje in het leven van de Oost-Europese, veelal Joodse immigranten die in de voorbije eeuwen hun stempel op deze wijk hebben gedrukt, ga je naar het Lower East Side Tenement Museum . Het museum organiseert wandelingen door de wijk waarbij onder meer een immigrantenwoning wordt bezocht die nog in de oorspronkelijke staat verkeert. Een ander overblijfsel uit het verleden is bijvoorbeeld Katz’s Delicatessen , een nationaal instituut waar je beslist eens een enorme sandwich met pastrami en mosterd zou moeten proberen. Niet ver hiervandaan in Houston Street vind je Yonah Schimmels , waar de klassieke New Yorkse knishes (gevulde deegbuideltjes) worden verkocht. En wat verder naar het zuiden zit Guss’ Pickles , een honderd jaar oude Joodse zaak waar augurken naar grootmoeders recept worden ingemaakt in vaten.